Het was zeker vijftien jaar geleden dat ik bij een orthopaed geweest ben, toen ik mei 2005 weer een afspraak maakte. 'Als je 70 was en je had veel pijn, zou ik er een paar nieuwe knieen in zetten', zei de specialist in 1990. Maar ik was pas 37 en ik had niet echt veel pijn. Er was dan ook geen reden om regelmatig voor controle te blijven gaan. Ik wist dat m'n knieen versleten waren en ik had geen enkele behoefte aan een periodieke bevestiging daarvan.
Tot ik een jaar geleden meer pijn kreeg en me ook realiseerde dat ik steeds meer beperkt raakte in m'n bewegingsvrijheid.
Een afspraak maken met een orthopaed betekende impliciet ook een eerste stap in de richting van een eventuele kunstknie. Dat lijkt misschien een stap van niks, maar bij het idee van een knieoperatie draaide m'n maag al om.
Een goede specialist vinden, een waar ik vertrouwen in zou hebben, was de eerste taak die ik me stelde. Ik vond er een die me door verschillende mensen, zowel vanuit patient- als uit medisch oogpunt, werd aanbevolen. En ik ben tot nogtoe erg tevreden over z'n aanpak: zorgvuldig, oog voor gerelateerde problemen, informerend. Omdat ik op zijn voorstel ook nog een uitstapje heb gemaakt naar neurologie, heeft er steeds geruime tijd tussen de afspraken gezeten die ik met hem heb gehad. Ik vond dat wel prettig, het gaf mij de tijd om aan het idee van een operatie te wennen, er met anderen over te praten en op het internet op zoek te gaan naar informatie.
Op die manier heb ik in m'n eigen tempo de diepgewortelde weerstand tegen een operatie los kunnen laten. Ik zie wel op tegen de operatie, maar ik sta er volledig achter.